In januari komt mijn jongste roman uit. Het verhaal gaat over Sal Benjamin (103). Tachtig jaar geleden nam hij een beslissing. Sindsdien probeert hij met zichzelf te leven.
Straks in elke boekhandel en ook hier te bestellen.
Proza & poëzie
In januari komt mijn jongste roman uit. Het verhaal gaat over Sal Benjamin (103). Tachtig jaar geleden nam hij een beslissing. Sindsdien probeert hij met zichzelf te leven.
Straks in elke boekhandel en ook hier te bestellen.
Het was lang stil hier. Ik was aan het schrijven en de nieuwswaarde daarvan vond ik gering. Nu kan ik melden dat ik geschreven heb. In de afgelopen twee jaar heb ik met hulp van schrijfcoach Jelte Nieuwenhuis aan een nieuw project gewerkt. Nu is het klaar en gaan we op zoek naar een ingang bij een uitgever. Dit leek me het vermelden waard, een nieuw boek is af. Het heet Spocht.
Spocht gaat over Sal Benjamin (103). Om zichzelf en het leven te hanteren, verzamelt hij minuten. Invloeden van buitenaf houdt hij verre van zich. Totdat het gewone leven zich zo aan hem opdringt dat hij het niet kan negeren en de confrontatie met zijn verleden aan moet.
Wanneer Spocht te lezen is, weet ik nog niet. Voor nu is dit het nieuws: er is een volgend verhaal.
Ik lees graag brievenboeken. Ik schrijf ook graag brieven. Maar er gaat niets boven het ontvangen van een bijzondere brief. Wim Backx schrijft recensies in de vorm van een brief aan de auteur. Zijn leeservaring wordt er goed in duidelijk, interessant om te lezen. Vorige maand ontving ik ook een brief van hem. Hieronder twee citaten en natuurlijk hier de link naar zijn hele brief. Enjoy!
Beste Xander,
Het licht dooit. Dat moest een vergissing zijn, dacht ik. Een zetfoutje. Het licht dooft, dat moest het zijn. Toch? Dat er een fout zou zitten in de titel van uw boek leek mij bijna onmogelijk. Dat kon gewoonweg niet. Toch had ik die gedachte elke keer weer. Elke keer dat ik naar uw boek keek. Die gekke gedachte had mij van uw boek kunnen wegduwen. Toch was dat niet wat gebeurde. Het omgekeerde gebeurde. Die gekke gedachte dreef mij naar uw boek. Omdat ik nieuwsgierig was. Omdat ik wou begrijpen wat er zou gebeuren als het licht dooit. Omdat ik die gekke gedachte eindelijk zou kunnen uitgommen. Ik ging lezen.
[…]
Deik wordt geconfronteerd met het verleden. Met verloren vrienden. Met verloren vriendinnen. De levenspuzzel met alle losse stukjes wordt opnieuw gelegd. Plots lijkt alles in elkaar te vallen. Plots lijkt iedereen zijn plek te vinden. Eindelijk. Pas nu worden de woorden gezegd die eerder hadden gezegd moeten worden. Zonder verhuld te zijn. Zonder verborgen te zijn. Indien uw boek een sprookje was, zou u kunnen eindigen met die wereldberoemde en door iedereen gekende woorden: ze leefden nog lang en gelukkig. Uw boek is evenwel geen sprookje. Die woorden zal u niet gebruiken. U kiest voor een open einde. Een open einde waarin ik geluk lees. Puur geluk. Ik kan het verkeerd hebben. Dat kan best. Maar toch vul ik zo dat open einde in. Omdat Deik daar eindelijk recht op heeft.
Een kleine steiger, half vergaan
ik kan er nog maar net op staan
wankelt onder mijn stads gewicht
biedt me een gratis fraai ansicht
vissen komen boven, adem halen
de libellen zijn hier bovenmaats
zes meeuwen vechten om vijf palen
de laatste kiest een waterplaats
een bootgolf breekt haar kalme deinen
‘Terra Nova’ lees ik in krullenlijnen
een vaarschip schuift langs kademuur
met een wonderwezen aan het stuur
wat zij daar doet, niet te geloven
schelvissen vallen van mijn ogen
daar staat ze, zonder bijgedachten
wat kan je nog meer verwachten?
misschien achteruit inparkeren..
ze stuurt zelf, zonder mankeren
zoals ze dat doet, die blonde
nieuwe gronden, nieuwe gronden!