Het maken van kunst is niet eenvoudig. De worsteling om van een vaag idee een concreet werkstuk te maken is soms gekmakend ingewikkeld. De meeste ideeën halen het niet. De mogelijkheid dat het lukt, houdt het vuur brandend.
Als het maakwerk klaar is (in mijn geval een boek), is de helft gedaan. Een boek is nooit af. Het schrijven is de helft van het werk. De andere helft is lezen. Door lezen wordt een boek een boek als kunstwerk. Het aantal lezingen van een boek is niet begrensd. Niemand weet hoe vaak een boek wordt gelezen.
Bij podiumkunst vallen productie en receptie samen in hetzelfde moment. Een muzikant heeft aan het einde van zijn concert een prima idee van de ervaring van het publiek. Bij beeldende kunst en literatuur is dat anders. Reacties van lezers komen later (of nooit). Net als makers doen lezers precies wat ze zelf willen.
Prijzen voor boeken zijn instrumenten om de helften dichter bij elkaar te brengen. De meeste schrijvers zijn nieuwsgierig naar reacties van lezers. Wedstrijden en verkiezingen zijn georganiseerde methoden van feedback.
Mijn laatste boek Het licht dooit is in de race voor een publieksprijs. Lezers kunnen erop stemmen. Ik ben benieuwd naar de uitkomsten.