Nieuws over mijn aankomende roman

Aan de reacties en aanmeldingen te zien, vinden jullie het interessant om te horen hoe het gaat met de roman. Dat is fijn. Ik vertel er graag over. Het maakt het ondertussen spannender en echter. Nu jullie hem verwachten, moet hij er zeker komen.

De details
The devil is in the detail, zeggen de Engelsen en zo is het. Dat het verhaal staat en de personages leven is niet voldoende. De details (een kleine hint in hoofdstuk 3 om er in hoofdstuk 11 op terug te kunnen komen, een ervaring in deel 1, die belangrijk wordt voor de ontwikkelingen in deel 2) maken de roman af. Als de details niet goed zijn, is hij (nog) niet goed. Dit is het leukste werk voor mij, het gepriegel en gepeuter. Gelukkig hangt er weinig vanaf, behalve de kwaliteit…

De beeldspraak
Het licht dooit. Hoofdpersonage Deik mijdt het licht. Als hij in het licht staat, is hij zichtbaar. Als hij wordt gezien, ervaart hij kou van de mensen. Als het schemert, wordt hij minder zichtbaar en verdwijnt die kou. Het lastige van de beeldspraak is natuurlijk dat licht normaal gesproken zorgt voor warmte. Niet bij Deik. Kou en warmte, licht en donker, het loopt allemaal door elkaar bij hem. Arme jongen.

Voorpublicatie
Toen iedereen zat, werd het stiller. Gepraat en gekraai veranderde in geschuif, het stemloze geluid van mensen die verzitten en hun kaartje of portemonnee in hun binnenzak deden. Het licht was fel. Ik had liever de tweede rij gehad. Het leek wel of het steeds feller werd. De barman was de laatste die binnenkwam. Hij ging op een barkruk achter het mengpaneel zitten, was nu de lichttechnicus, deed iets met knoppen zonder zichtbaar effect en zei toen hard:
‘Oké.’
Toen werd het doodstil. Het licht ging ineens uit en toen langzaam weer aan. Het licht zei dat het begon.
[…]
Terwijl ik me hierover opwind, komt een vrouw op. In het licht, gekleed in het zwart, met de grootste ogen van Sticht, de rechtste tanden en de volste blos op de babywangen van een twintiger, stelt ze zich in het volle licht voor als Jocaste, de vrouw van Oidipous. Door deze jonge vrouw, met haar bruine haar, haar rake handgebaren, haar heldere stem, vergeet ik de pijn van de stoelrand in mijn benen. Ze praat ook zangerig, zoals de ziener, maar met een directe lijn mijn hart in, waarmee ze me hypnotiseert.