Wat lezers zeggen

Lezers lezen en sommige lezers schrijven daar over. Dan weet je als schrijver hoe je verhaal heeft gewerkt. Over De tafel van Tarzan werden de volgende dingen gezegd in diverse lezersrecensies:

In De Tafel van Tarzan beschrijft Xander Jongejan een unieke correspondentie tussen Vader en Zoon. In deze brieven worden gebeurtenissen, gevoelens en gedachten blootgelegd, die de lezer zijn adem laat inhouden. Xander maakt hierbij gebruik van zijn taalkunst om de lezer vast te houden, de spanning op te voeren en diepere lagen te creëren. […] Hopelijk komt Xander na deze mooie debuutroman snel met een volgende roman. Dan heeft hij alvast één afnemer.’

Xander Jongejan slaagt er wonderwel in – en met een tot een minimum beperkt aantal woorden – een zondvloed aan emoties over je uit te storten. Zijn opvallende staccatostijl zal niet bij alle lezers in de smaak vallen en toch… “De tafel van Tarzan” is een korte – maar krachtige – roman, die je smeekt om te worden gelezen met volle aandacht. Verwacht geen stevige mokerslagen; de auteur doet zijn ding op een luchtige, maar wel directe wijze.’

Dit is niet echt een feel good verhaal.’

De tafel van Tarzan is een heftig boek voor de actieve lezer die een beetje zwartgallige humor wel kan waarderen. Typisch een boek dat intelligent in elkaar zit en zich ondanks de gruwelijkheden voor herlezing leent.’

Ik wil een boom

Ik wil nú een boom
zelf geplant met vooruitziende blik
uitgegroeid tot een gigant, zó dik.
Van twijg naar tak naar troostrijk bladerdak
de zachte bast tegen mijn groene wang
eronder zitten met antiek verdriet
je raadt het waarschijnlijk allang:
toen het moest, plantte ik hem niet.

Er sterven veel dichters de laatste tijd

Voor Menno Wigman en F. Starik

Er ging een dichter dood
dus komt er niets meer bij
al dat werk dat hij
ons zo gul aanbood

Niets meer van mensen
van zichzelf niet gezien
die je – eenmaal gekend –
zoveel beters toe zou wensen

Niet meer poëzie die
het eenzaam sterven sust
maar copyright dat voor altijd
bij onwillige erven rust.

Is het autobiografisch?

Veel lezers vragen mij of mijn roman De tafel van Tarzan autobiografisch is. Het korte antwoord is nee. Het genuanceerde antwoord lees je hieronder.

Meestal is een van deze twee emoties de achtergrond van de vraag: bezorgdheid en verwondering. Ik begrijp dat veel lezers mij associëren met de zoon in het verhaal, Robert Lambeck. De bezorgdheid komt daar vandaan. Heb jij iets van dit meegemaakt? Mijn geruststellende antwoord is nee. Zijn verhaal is niet mijn verhaal. Om het complexer te maken, natuurlijk ben ik hem ook wel. Net zoals ik ook de Vader ben, en de Moeder, en de kat Tarzan. Ik heb ze gemaakt, ze zijn delen van mij. Maar ze vertellen hun eigen verhaal, niet dat van mij. (For the record: het gaat uitstekend met mij.)

De verwondering komt vaak voort uit de waarachtigheid van de scènes. Zo beeldend geschreven, alsof je er bij bent geweest. Ik ben er ook bij geweest. Ik ben bij alle scènes die mijn personages doormaken aanwezig geweest. Als schrijver, niet als deelnemer. Ik zat aan de rand van het bed van Vader en Moeder, ik lag in het bepiste bed van Robert en ik zat aan de rand van het bed in het hotel waar de Vader een affaire beleeft met zijn minnares (en ik heb daar veel plezier aan beleefd).

De uitgangssituatie – een gezin waarin onmacht en onvermogen om contact te maken met de ander groot zijn – is voor mij herkenbaar. Ik kan me ertoe verhouden, ik kan me er iets bij voorstellen, maar mijn persoonlijke geschiedenis is niet deze geschiedenis. Ik kijk goed om mij heen en heb veel geleend, gejat en geroofd uit levens van echte mensen, maar wat ik geleend, herinnerd of bedacht heb, is voor het boek niet relevant. Feit is dat de fictie van deze roman waarachtiger is dan mijn herinnering. Het is een rond verhaal, waarin alle gebeurtenissen met elkaar te maken hebben, in mijn herinneringen werkt dat anders.

Ik vat de vraag naar het autobiografische karakter van het boek op als een compliment (het antwoord blijft nee). Het is ook een compliment aan de taal. Van het Nederlands wordt vaak gezegd dat het een zakelijke taal is, emotieloos. Ik ervaar dat niet zo, ik woon in deze taal en ik woon er graag. Ook met het Nederlands kan je veel oproepen. Ik ben vooral een dichter en gewend om veel te zeggen met weinig woorden. Dat is terug te lezen in deze kleine roman (slechts 149 pagina’s, nog geen 35.000 woorden). De kunst is niet teveel drama’s op elkaar te stapelen, maar vooral veel tussen de regels door te schrijven. En natuurlijk het allerbelangrijkste: te vertrouwen op het verbeeldingsvermogen van de lezer.

De tafel van Tarzan

Na vijf jaar is mijn roman klaar. Een beklemmend verhaal. Een verhaal over een vader en een zoon die gezien willen worden, maar in een situatie zitten waarin dat niet lukt. Iedereen in het gezin is met zichzelf bezig. Het leidt tot wonderlijke en destructieve gedachten en gedragingen, ook van de moeder. Gelukkig is er troost van oma, van een minnares en vooral van kater Tarzan.

‘Het is moeilijk de liefde te accepteren die een ander overkomt.’

Het is een tragisch verhaal, maar niet zwaar verteld. Afwisselend vertellen vader en zoon elkaar hun ervaringen en frustraties. Of ze elkaar bereiken is de vraag. Of het goed afloopt ook. Ondertussen valt er best wat te lachen af en toe, hoewel misschien aan de wrange kant.

In eigen beheer uitgegeven, met behulp van Brave New Books. 149 pagina’s. € 17,95. In elke boekhandel te bestellen, ook online.

Vergeten fiets

Op het kale schoolplein
zetten vriendjes van voorheen
hun fietsen naast de zijne
pakken hem einde dag weer weg
maar die van hem blijft achter
staat dan steeds alleen
de hele nacht
door niemand echt gezien
behalve dan door mij
soms waait hij om
ga ik naar buiten
oude sloffen kamerjas
zet ik hem weer overeind
doe het stuur recht
als het moet
draai de bel goed
plaats hem stevig
in de standaard terug
geen rotzooi hoor
echt nog een prima ding
ik let op hem
dat heb ik ‘m beloofd
niemand anders doet het
ze hebben wel wat anders
aan hun hoofd.

Gezellig!

U kent hem wel:
hij zwijgt hardhandig
om zich heen
zijn partner zwijgt
verdrietig terug
hij probeert een
ooggevecht met mij
verwijt me dat ik
hier alleen zit
met Partner Boek
in deze kroeg.

Ook hun tweede pils
slaat meteen dood
hun sla smaakt
nergens naar
en ik leef
ondanks zijn blikken
want ik lees
ik lees
ik lees.

Als ik de geur

Als ik de geur
van de zondag
tegen zes uur
in het voorjaar
beschrijven kan
als ik de geur
de lucht van de lucht
het fris verbrand
en van het gras
als ik de geur
de natte sprieten
op hun sokken
het zoete voetbalzweet
als ik de geur
als ik het geluid
van mijn vriendjes
de stuiter van de bal
van de vogels
die de schemer uitstellen
als ik de geur
als ik het geluid
als ik mijn vriendjes

Waar gaat dit heen?

Mijn koffie staart over een dik velours
traag tikken nagels over de oude vloer
een sjokhond begroet mijn hand en been
hij ruikt en gnuift en voelt, hij zucht
en gaat daarna hoofdschuddend heen
vreemde geuren hangen in de lucht
hij kijkt me lang onderzoekend aan
gaat dan peinzend bij zijn drinkbak staan
wat jammer toch, hij mist het meest
dat alles is, zoals het ooit is geweest

Nu hier echt?

Je weet dat het bestaat
dat iedereen vroeg of laat
wat je je niet bedenken kan
het einde van een man
(niet van de soort)
je had er heus wel van gehoord
er gaat er een, daar nog een
we stoppen mensen in de grond
je wist dat het bestond
dikke namen in de krant
(met vieze zwarte rand)
dat mensen gaan, vaarwel
ergens wist je het heus wel
dat het bestaat
dat vroeg of laat

maar nu?
hier?

echt?